Het verminderen van angst in honden

Wil jij weten hoe je angst voor onweer en vuurwerk in je hond kunt verminderen? Lees dan dit artikel van Patricia McConnell, een gerenommeerde specialist in dierengedrag. Zij gebruikt in dit artikel onweer als voorbeeld, maar ditzelfde gaat op voor vuurwerk. Vind je het interessant wat ze vertelt en wil je meer weten? Haar blog, is zeer de moeite waard te volgen. – Suzanne Rhebergen

 

Een zachte hand en een lekker koekje bekrachtigt angst niet, het vermindert angst.

Het was één uur ‘s ochtend en ik was klaarwakker. Het onweerde de hele nacht al, maar deze donderslag was zo hard dat ik vreesde dat de ruiten zouden breken. Lassie, mijn 14 jaar oude Border Collie lag naast me te hijgen. Ze is bijna doof, maar de combinatie van de dalende luchtdruk, licht flitsen en het gedonder waren genoeg om haar volledig in paniek te laten schieten. Terwijl we zo naast elkaar lagen aaide ik haar over haar oude grijze bol en dacht na over het advies om je hond niet te aaien als ze bang zijn voor onweer. “Je leert je hond angstig te zijn voor onweer”, volgt het veel herhaalde advies. Maar let op! Het is níét waar!

We zijn heel lang wijs gemaakt dat het troosten en sussen van je angstige hond, het erger maakt. Het lijkt logisch, je hond hoort onweer, komt naar je toe en je aait hem. Voilà, je hond is beloond voor het naar je toe rennen als het onweert, erger nog, beloond voor het bang zijn voor onweer in de eerste plaats. Maar, dat is niet wat er gebeurt, en hier volgt waarom. Ten eerste, geen hoeveelheid aaitjes zal het de moeite waard maken voor je hond om zich angstig te voelen. Angst is niet leuk, net als wat het niet leuk is voor mensen. De functie van angst is om het lichaam een signaal te geven dat er gevaar dreigt, en dat het angstige individu snel iets moet doen betreffende het gevaar en de daar bijbehorende angst.

Stel je voor, je eet een ijsje en iemand breekt in je huis in, in het midden van de nacht. Zal het plezier van het eten van het ijsje je “bekrachtigen” om bang te zijn, zodat je de volgende keer als er ingebroken wordt je nog banger bent? Als er al een associatie gelegd wordt, zou het andersom werken zodat je onbewust niet meer comfortabel voelt als je een ijsje eet. Je zult zeker niet angstiger zijn als een inbreker bij jou thuis inbreekt omdat je een heerlijk chocolade-fudge ijsje aan het eten was de eerste keer.

Er is nog een reden waarom het aaien van je onweer-angstige hond hem niet angstiger maakt, maar ga er eerst even voor zitten. Onderzoek wijst uit dat het aaien van je onweer-angstige hond niet zijn stressniveau doet dalen.* Als het stressniveau niet verlaagt, hoe kan het bekrachtigend (belonend) werken? Voor je antwoord hoe je liefdevolle knuffels je hond kalmeren, 1) ik heb dit onderzoek niet gedaan, 2) mijn eigen hond stopt met ijsberen, hijgen en piepen wanneer ik haar aai tijdens het onweren en 3) het maakt mij niet uit wat het onderzoek zegt, want het benadeelt niemand, dus doe ik het.

 

Onderzoek Stress

Alle gekheid op een stokje, het is belangrijk om specifiek te zijn in wat het onderzoek heeft uitgewezen. De auteurs maten de productie van cortisol, een hormoon dat gerelateerd is aan stress. Zij maten dat cortisol niveaus niet verlaagden wanneer de eigenaren de honden aaiden tijdens een onweersbui. (De meest relevante factor voor het verlagen van de cortisol was de aanwezigheid van andere honden) Interessant genoeg uit een ander onderzoek over sociale binding, kwam naar voren dat hoewel cortisol niveaus lager werden bij mensen ten tijden van hun interactie met honden, hetzelfde niet gold voor honden in diezelfde context.** Echter, zowel bij honden als mensen, verhoogden andere hormonen en neurotransmitters zoals oxytocine, prolactine en beta-endorphine – allemaal stoffen geassocieerd met fijne gevoelens en sociale banden. Dus, terwijl het aaien niet het cortisol niveau zal doen verlagen, is het nog steeds mogelijk dat er iets fijns gebeurt.

De tegenstelling maakt dat het gewoon níét mogelijk is om je hond angstiger te maken voor onweer door ze te aaien. Waarschuwingen dat jij je hond zal ruïneren door hem/haar te troosten doet denken aan het advies uit de jaren 1930 en 1940 om kinderen niet te troosten door ze op te pakken als ze bang zijn. Dat perspectief is lang geleden al door psychologen naar het land der fabelen verwezen toen onderzoek uitwees dat ouders waar je op kan vertrouwen wanneer het leven eng is, stabiele kinderen creëert en geen afhankelijke en angstige kinderen.

 

Een klassieke benadering

De grootste schade die aangericht wordt met het advies je hond niet te aaien, relateert niet aan onweer, maar aan het uitleggen van klassieke counter conditionering (CC). CC kan bijzonder effectief zijn in het veranderen van gedrag omdat het emoties beïnvloedt, wat de achterliggende motivatie van het gedrag in de eerste plaats is. Een typisch voorbeeld in de gedragstherapie, is om bezoekers lekkers te laten gooien naar de hond die vreemden eng vindt.

Heel begrijpelijk vragen veel klanten, “Maar wordt het blaffen en grommen nu niet beloond door hem lekkers te geven? Wordt het zo niet erger?” Het antwoord is néé, niet als zijn gedrag voortkomt uit angst. Angst is niet leuk, en een paar stukjes lekkers, maakt niet uit hoe lekker, zal de drang van de hersenen het te vermijden, niet uitschakelen. Het gooien van eten (of speelgoed) naar een angstige hond kan hem leren dat er leuke dingen gebeuren als een vreemdeling nadert, maar alleen als het lekkers echt lekker is en de vreemde bezoeker ver genoeg is zodat de hond niet overdonderd wordt. CC is een van de meest belangrijke gereedschappen in de gereedschapskist van een gedragstherapeut, hoewel het moeilijk is om mensen te overtuigen het te proberen. Het voelt alsof je de hond beloont voor ongewenst gedrag en in ons strafgerichte “je moet dominant zijn over je hond”-samenleving, is het moeilijk voor veel mensen om het toe te passen. Maar dit is nou precies wat ik gebruikt heb om mijn Border Collie, Pippy Tay, te helpen toen ze angst voor onweer ontwikkelde, heel lang geleden.

CC is een van de manieren om je hond, met angst voor onweer, te helpen. Ik heb dit succesvol gebruikt, op zichzelf, of in geval van Pippy Tay, gecombineerd met andere methoden zoals het toedienen van feromonen, acupunctuur, acupressuur, dieet wijzigingen en in ernstige gevallen, medicatie. Als je hond bang is voor onweer kan je het best een gedragstherapeut of gedagspecialistische dierenarts raadplegen om te bepalen wat het beste past bij jou en je hond.

 

Dondersnoep

Iedere keer als er een onweersstorm opkomst was, renden wij (Pippy en ik) naar buiten om te spelen. Pippy was gek op balspelletjes en ik wou dat ze het gevoel dat ze kreeg bij het apporteren, ging associëren met het verlagen van de luchtdruk. Als het onweer eenmaal boven ons was, gingen we naar binnen en gaf ik haar, iedere keer dat we een harde klap hoorden stukjes vlees, ongeacht wat voor gedrag Pip liet zien. Ik was niet bezorgd over haar gedrag, ik was gefocust op de emoties die haar gedrag beïnvloeden.

Ik heb zelfs het onweer “on cue” gezet. “Oh jippie Pippy, je krijgt weer dondersoep!” zei ik iedere keer als we onweergeroffel hoorde. Deze woorden werden soms gesproken met geklemde kaken om drie uur in de ochtend maar twee zomers lang jubelde ik dat er dondersnoep op komst was en pakte het bakje naast mijn bed en voerde Pip na iedere onweersklap. Tegen het eind van de zomer stopte Pip met het beschadigen van mijn gezicht omdat ze in mijn mond wilde kruipen uit angst voor het onweer. Het lukte haar door minder zware onweersbuien heen te slapen. Ze werd zelfs niet wakker om voor wat lekkers te bedelen. Als het heel luid werd, kroop ze bij mij, maar met minder paniek dan voorheen. Om compleet eerlijk te zijn moet ik bekennen, dat met het verbeteren van Pip, ik de andere richting in werd geconditioneerd. Ik begon onweer te haten, omdat zelfs de meest kleine onweersbui vereiste dat ik lang genoeg wakker bleef om Pip haar donderdsnoep te geven. Nu Pip er niet meer is, lijkt het erop dat ik met Lassie moet beginnen – zucht. Misschien moet ik mezelf een stukje chocola geven iedere keer als ik Lassie een dondersnoepje geef.

 

Angst is besmettelijk

Ik zou onvolledig zijn als ik niet benoem wat een hond wel angstig kan maken en dat is door zelf bang te zijn. De emotie angst is zo “onweerstaanbaar”, dat het zich gemakkelijk verspreidt. “Emotionele besmetting” is de ethologische term die gebruikt wordt om de virale verspreiding van angst in groepen te beschrijven. Dit geldt voor veel sociale diersoorten. Als je wilt dat je hond bang is voor onweer, vreemden of andere honden, word dan zelf bang. Als je zelf bang bent voor onweer is het heel goed mogelijk dat je hond dit oppikt en zelf nerveuzer wordt.

Echter, als je bang bent (en wie is dat soms niet?), is het niet helemaal een hopeloze zaak. Je kunt je kalmeren door je op je lichaam te concentreren – vertraag je ademhaling en je bewegingen, verander je houding naar een zelfverzekerde en ontspannen houding en spreek langzaam en kalm (als je al spreekt). Dit helpt je om je eigen emoties, zowel als die van je hond positief te beïnvloeden. Hoe rustiger jij je gedraagt, hoe rustiger jij je ook zal gaan voelen.

Ik hield dit voor ogen afgelopen nacht toen ik jubelde: ”Oh Jippie! Dondersnoep!” en ik Lassie lekkers gaf vanaf mijn nachtkastje. Ik had veel meer reden om angstig te zijn dan zij, omdat ik wist dat de kelder aan het overstromen was – zij wist niet dat het water dat de heuvel af stroomde de schuur dreigde mee te nemen en dat de wegen om ons heen aan het weg spoelen waren. Het enige wat zij wist was dat een onweersklap voorspelde dat er een stukje kip verscheen en dat ik kennelijk dacht dat het een prachtig spelletje was. Zij ging uiteindelijk rustig slapen, terwijl ik nog uren wakker lag. Ik denk dat het inmiddels tijd is om chocola in mijn nachtkastje te hebben. Dus als je me de volgende keer ziet en ik erg aangekomen ben, weet je dat het een stormachtige zomer is geweest.

Vertaald door Suzanne Rhebergen

 

*Nancy Dreschel, DVM, & Douglas Granger, PhD. 2005. “Physiological and behavioral reactivity to stress in thunderstorm-phobic dogs and their caregivers,” Applied Animal Behaviour Science 95:153–168.
**J.S.J. Odendaal & R.A. Meintjes. 2003. “Neurophysiological correlates of affiliative behaviour between humans and dogs.” 
The Veterinary Journal 165:296-301.

Patricia McConnell, the Bark, 2009

Origineel artikel: http://thebark.com/content/reducing-fear-your-dog